27 Ramppedagogie

dit is een persoonlijke samenvatting

Ramppedagogie

Woordenboeken definiëren een ramp als een plotseling en noodlottig ongeval, dat een persoon of personen overkomt.

Catastrofen of rampen waar we hier op doelen (zijn) ontstaan door de dynamiek van complexe systemen, zoals de biosfeer of techniek, in wisselwerking met menselijke acties. Denk aan klimaatverandering, de rampen in Tsjernobyl of Fukushima.

De grote vraag is of we ook leren van de rampen die zich voordoen. Daar wordt verschillend over gedacht.

Aanbidders van de vooruitgang beschuldigen iedereen, die nadenkt over de gevaren die onze beschaving bedreigen, meteen van pessimisme.
Anderen vinden waarschuwingen (en de bijbehorende angst) juist waardevol, omdat deze waarschuwingen een alternatief vormen voor de struisvogelpolitiek. Want ‘struisvolgelpolitiek (en passief optimisme) zal veel zekerder tot een ramp leiden dan ‘de houding die wijst op de gevaren’.

Volgens Diamond verdwijnt een beschaving als deze haar leefmilieu vernietigt en niet in staat is zich aan te passen aan de nieuwe situatie.

Volgens Tainter neigen complexe beschavingen tot instorten, omdat hun strategieën voor het verkrijgen van energie onderworpen zijn aan de wet van de afnemende meeropbrengst.

Volgens de analyse van Naomi Klein heeft een kleine groep neoliberale en neoconservatieve rijken profijt van – al dan niet zelf in gang gezette – catastrofes.

De twee benaderingen, leren van rampen of er profijt van hebben, sluiten elkaar niet uit. Beiden komen tot de conclusie dat de denkbeelden en praktijken van deze kleine groep rijken ‘ontwapend’ en geneutraliseerd moet worden.

Afhankelijk van de context van de rampen zullen de belangenbehartigers van deze rijken de overhand krijgen. In andere gevallen kan de druk van het volk levensreddende oplossingen en veranderingen opleggen, die ingaan tegen de wensen van deze belangenbehartigers.