Hoewel de ontgroei-wetenschap erin is geslaagd om aan te geven welke beleidsveranderingen er nodig zijn voor een veilige en rechtvaardige overgang naar een ecologische post-groei-economie, is de diepere logica van zo'n economie nog onvoldoende theoretisch gefundeerd. Zijn de hervormingen die degrowth-onderzoekers voorstellen op zich voldoende om de kapitalistische groeivereisten een zachte dood te laten sterven? Deze vraag wil ik hier beantwoorden. Het draait om het argument dat een uitbreiding van publieke voorzieningen de kern vormt van een succesvol ontgroei-scenario. Dit argument gaat veel dieper en omvat veel meer dan op het eerste gezicht het geval lijkt en het opent een aantal vruchtbare onderzoekslijnen.
Laten we beginnen met een voorbeeld dat dicht bij mijn eigen ervaring ligt. In Londen zijn de huizenprijzen astronomisch hoog, tot het punt waarop de huur van een doodgewone woning met één slaapkamer 2.000 pond per maand kan bedragen (en je moet 600.000 pond hebben om die woning te kunnen kopen). Deze prijzen zijn fictief. Ze vormen geen indicatie van de werkelijke kosten van het bouwen van een huis, of zelfs van grond. Ze zijn eerder een gevolg van de snelle privatisering van sociale huurhuizen in Groot-Brittannië sinds 1980, maar ook van de financiële speculatie en het beleid van nulrente en kwantitatieve verruiming. Die hebben, in het kielzog van de financiële crisis in 2008, de prijzen van vastgoed enorm opgedreven. En met name de rijken hebben daar sterk van geprofiteerd.
Ondertussen hebben de lonen in Londen geen gelijke tred gehouden met de huizenprijzen. Londenaren moeten voor hun huisvesting dus òf het aantal uren dat ze werken opvoeren, òf leningen afsluiten, wat in feite een claim is op hun toekomstige arbeid. Met andere woorden, mensen moeten nu onnodig lang werken om extra geld te verdienen om zich alleen al een dak boven het hoofd te kunnen veroorloven, waar voorheen een fractie van het inkomen volstond. Met dat extra werk produceren ze extra goederen en diensten die een markt moeten vinden, waardoor nieuwe druk op de consumptie wordt gecreëerd – druk die bijvoorbeeld tot uiting komt in agressieve en steeds verraderlijker reclamecampagnes.
De fictieve huizenprijzen in Londen dwingen uiteindelijk iedereen onnodig bij te dragen aan de immer uitdijende moloch van productie en consumptie, met alle ecologische gevolgen van dien.